De Verloren 17 Miljoen

Men zegt wel eens: in elk dorp vindt je een Schotse pub en een Nederlander.

Ik woon nu al 15 jaar samen met haar die ik het meeste liefheb. Ze komt uit een prachtig land, en ondanks haar drang in reizen en avontuur, haar natie heeft nog vele verborgen schatten voor haar. Een land wat wel bijna alles heeft. Naast de inmiddels tot volkomen derderangs gebombardeerde badplaatsen aan de Costa del Sol en de tot Nederlandse enclave geworden, voorheen rustieke plaatsjes in het zuiden, heeft het land een schat aan natuurschoon. Bergen, ravijnen, bossen, woestijnen en niet te vergeten de Arabische invloeden die men overal kan vinden en zijn verheven tot de mooiste musea; het land Spanje heeft het allemaal. Waar de massa graag in elkaars lucht van zonnebrandolie vertoeft, zijn het de Spanjaarden zelf die hun heil zoeken in de nog niet aangetaste schoonheden van het land. Soms denk ik dat het maar goed is dat er zoveel gebied wordt toegerekend aan nationale parken anders had het beleid van de locale overheid zeker tot iets anders geleid. Dan behoorden de beren, wolven, adelaars en andere oorspronkelijke bewoners van het schiereiland allang tot het verleden.

Deze Spaanse schoonheid waar ik mijn leven mee deel, woont nu al meer dan 15 jaar in het buitenland, waarvan meer dan 5 zelfs buiten Nederland. Je zou denken dat je dan wel het een en ander weer kwijt bent.
imageOns besluit om eens te genieten van het gebied dat ooit is opgeworpen toen twee tectonische platen met elkaar botsten: de Picos de Europa, was daarom snel genomen. Een gebied wat nog redelijk ongerept is en wat gelukkig sinds het begin van de vorige eeuw beschermd is. Naast dat we allebei zeer van bergachtige omgevingen houden, zijn we ook gesteld op rust en waar mogelijk zo min mogelijk toeristen. Omgaan met de locale bevolking, hun eten en gewoonten laten gelden, heeft ons al veel aangename verrassingen bezorgd. Eten wat al decennia van de costa’s verbannen is, krijgt hier de ruimte om onze smaakpapillen weer eens op iets anders te trakteren, en vaak met succes. Dus geen auto vol met kaas, hagelslag of piepers. Het zou een belediging zijn voor dit gebied.

Net voorbij San Sebastian, zijn we de stoet aan gele nummerplaten aan het kwijtraken. Daar waar zij de weg vervolgen naar het zuiden, rijden wij nog verder westwaarts. Een glimlach verschijnt op het gezicht van mijn vriendin. Het is me onduidelijk of zij blij is om opnieuw in haar land te zijn of dat we eindelijk van die Nederlanders zijn verlost. Wellicht beide.
De entree tot het gebied waar ons tijdelijke verblijf is gevestigd, belooft veel. Steile ruw gevormde rotswanden begroeten ons. De smalle weg noopt tot langzaam rijden wat geheel niet onaangenaam is. Achter elke bocht ligt een nieuw ‘wow’ effect en we komen ogen tekort.

De eigenaar van de posada is een boer die 15 jaar geleden besloot zijn stal te verbouwen tot een prachtig onderkomen met 12 kamers. Hoog aangeschreven maken zij elke verwachting waar. Vriendelijk, behulpzaam en zo gastvrij heb ik zelden gezien. Het is haast een belediging om op deze plek je auto op slot te doen, zo ook je kamer.
“Mama, ik wil…”
Meer was er niet nodig om elk haartje van mijn liefste overeind te krijgen. We dachten verlost te zijn van Nederlands kwaad. Daarmee bedoel ik dat de kinderen tegenwoordig in Nederlandse gezinnen meer dan oervervelend zijn in vergelijking met hun Spaanse leeftijdsgenootjes. Het effect ‘grensoverschrijdend’ heeft voor hun blijkbaar een letterlijke betekenis.

We boeken een avontuurlijke grot expeditie in wel een van de mooiste ondergrondse plekjes op aarde. Helaas barst het in het bezoekerscentrum van de jengelende kinderen en Nederlandse moeders die voor de vakantie hun beste chagrijnige blik van stal hebben gehaald. Druk bezig met het afbekken van hun bloedzuigertjes, veranderd de bazige moeder moeder in een tiranisch monster.image De vader keert zich af van dat alles en probeert zich af te sluiten. De vakantie is allang niet meer de zijne en hij is druk met het plannen van zijn scheidingsmoment. Mijn liefste kijkt me aan en spreekt de hoop uit dat onze avontuurlijke groep niet uit hen zal bestaan.     Stel je voor, je gaat een grot in voor 3 uur, komt op plekjes waar nog niet velen zijn geweest en dan heb je een gevecht tussen ouder en kind in je nabijheid. Ze kijkt naar het prijskaartje en lacht opnieuw. ‘Te duur.’

Een paar dagen later zijn we op zo’n 2 kilometer hoogte en ook daar worden we onaangenaam verrast door de hoeveelheid kaaskoppen. Op de terugweg komen we ook weer steeds meer gele nummerplaten tegen. Zelfs daar, waar de aanhangende overkapte aardappelschuur niet meer op de weg past, gaat de Nederlander toch verder. Vandaag ervoeren we wel het hoogtepunt tot nu toe. In een gebied waar het eten haast is uitgevonden en geperfectioneerd tot een van de beste ter wereld, is de Volvo rijder uit Nederland in staat om ėn public op een camping brandertje, een pannetje water te koken om vervolgens een potje noedels van meneer Heijn in op te warmen. Ga je schamen!

Pas een paar dagen onderweg en mijn liefste is ervan overtuigd dat we niet 17 miljoen inwoners hebben maar twee keer zoveel. De vergeten 17 miljoen zijn overal te vinden en zelden thuis. Waar ook ter wereld en in welke uithoek dan ook, je zult een Nederlander tegenkomen. Tegen wil en dank. Deze vergeten 17 miljoen zijn altijd onderweg, hebben alleen oog voor zichzelf en doen er alles aan om je een echt Hollands kippenvel te bezorgen.