Tag archieven: Opa

Opa

Inzending NPO boekenweek schrijfwedstrijd.

Opa is dood. Na 92 jaar heeft zijn hart hem in de steek gelaten ondanks de dagelijkse dosering aan medicijnen. Ik zal hem herinneren als een bijzonder man. Komend uit de Amsterdamse pijp zat hij vol met humor die velen maar niet wilden begrijpen. Een pestkop bij uitstek die ruim 55 jaar lang mijn grootmoeder de kast opjaagde. Telkens weer en vaak met hetzelfde. Opa had iets mysterieus. Werkend in de blikfabriek was hij al snel een aantal delen van zijn vingers kwijt. Als klein jongetje had dat een ongekende aantrekkingskracht. Een hand met halve vingers prikkelde de fantasie als geen ander. Messen en slachtpartijen speelden door mijn hoofd. Om achter de werkelijke gebeurtenis te komen gaven mijn ouders steeds hetzelfde antwoord: Opa praat daar niet graag over. Het mysterie werd verder aangewakkerd.

De goede man leerde mij vissen. Bracht mij plantkunde bij en was een groot verteller. De tussenuren van school waren nooit vervelend. Na de lunch had Opa altijd wel een verhaal. Hangend aan zijn lippen was een uur zo voorbij. Klifhangers waren op zijn lijf geschreven. Hij stopte altijd op het moment suprême. Ik keek dan naar mijn grootmoeder die schuddend naar mij keek. Je gelooft het zelf toch niet jongen, zei ze dan. Een brede glimlach verscheen op zijn pokdalige kop die hij daarna tegen de antimakassar legde voor zijn middagslaapje. Weer een poets gebakken.

Op een dag zag ik in de boekenkast een heel oud boek staan. Eentje met een slot erop. Het was gestald op een driepoot, zoals je ook wel Bijbels en andere kostbare boeken ziet. Iets dichterbij bekeek ik de fluwelen kaft met de krullende letters. Het moest wel iets heel speciaals zijn als Opa dat zo uitstalde. Onder het grijze woordje ‘De’ pronkten de gouden woorden ‘Verboden Vruchten’. Ik wilde het pakken maar Opa greep in. Verboden voor mij klonk het. Ik moest eerst maar eens wat ouder worden. Een obsessie was geboren.

De jaren daarna heb ik diverse keren een poging gedaan het boek te bemachtigen. Telkens kreeg ik hetzelfde antwoord. Een keer had ik het in handen maar het zat uiteraard op slot. En openbreken zou een doodzonde zijn. Op mijn 21ste deed ik wederom een verzoek. Ik moest nog maar even wachten zei Opa. Van uitstel komt afstel riep ik wijselijk. Weer die brede glimlach. Ik heb het nooit mogen ontvangen.

Gister sprak ik op zijn crematie. Ik refereerde aan zijn avontuurlijke verhalen en de pesterijtjes die hij met iedereen uithaalde. Ik deed het af met Amsterdamse humor. Na afloop duwde Oma een kist in mijn handen. Dit wilde hij graag, zei ze. Een klein sleuteltje in een kist. Echt iets voor hem. Het boek was eindelijk voor mij. Ik mag nu de geheimen onthullen van een mysterie dat me al 40 jaar bezighoudt. De kaft ruikt naar avontuur. Gespannen draai ik het sleuteltje om. Het papier kraakt als ik het openvouw. Niets. Geen letter. Blanke pagina’s. Dan zijn handschrift.
Je gelooft het zelf toch niet, jongen?