Categoriearchief: Gedichten

de Schrijvers

Wij worden wakker met ideeën van de nacht
Wij zijn de schrijvers waar inkt moet vloeien
We vullen kilometers papier in onze slaap
Met verhalen die de lezers zullen boeien.

We creëren het ongelofelijke
Beelden zoals die in films bewegen
De ene pagina naar de andere
Een dansende pen is onze zegen.

Helden reizen van Londen naar Parijs
Van Straatsburg naar Berlijn
Ze vechten in de straten van New York
Wij zijn de schrijvers en zo willen we zijn.

Jullie zijn de lezers die leven van de verhalen
Die worden uitgespuugd door onze pennen
Jullie reizen mee op de kronkels van onze geest
Naar niet bestaande plekken welke nooit zullen wennen.

 In de dorst naar spanning en avontuur
Ontrafelen jullie mysteries en moorden
Alsof wol uit onze truien wordt getrokken
Om deze te breien tot nieuwe woorden.

Wij zijn de schrijvers en jullie zijn de lezers
Fictie wordt een feit, feiten worden dromen
Wat als één begon, eindigt op velen planken
Letters vormen woorden die de zinnen laten stromen Als in een heilig ritueel komen wij samen
Onze gebonden pagina’s die door jullie worden verslonden
Als lezer mag je me schrijven en me over alles bevragen
Mijn antwoord wordt echter nooit verzonden.

Geboren uit slechts een enkele geest
Is niets zeker en geldt er slechts één ding
Wanneer de laatste pagina voorbij is,
Zijn wij alweer bezig met een nieuw begin.

VIRUS

Als vliegen kunnen vliegen
En ijsberen kunnen ijsberen
Wat kunnen virussen dan?

Als vlinders willen vlinderen
En hamsters graag hamsteren
Wat doen virussen dan?

Je ziet ze niet
Je ruikt ze niet
En bij voelen is het al te laat

Virussen leven niet
En dus doodgaan kunnen ze niet
Maar ze nestellen zich in je diepste schoot

Daar fluiten ze niet
En daar fladderen ze niet
Ze maken je alleen hartstikke dood.

Altijd

Een fiets tegen de muur
Bladeren vallen
Ik zie je lichaam voor me
Prachtig en volmaakt

Ik treed in je stappen
Voet voor voet
De wind golft je haar
Heupen wiegen zacht

Je bent mijn alles
Voor altijd en eeuwig
Je bent alles wat ik maar wensen kan

Jouw blik op een foto
Van ‘de grote’ dag
Een traan vloeit
Een bloedend hart

Ik reik je mijn doorzichtige hand
Die langzaam vervaagd
Al zwevend besef ik
Hoe koud ik ben

Je was mijn alles
Voor altijd en eeuwig
Je bent alles wat ik ooit wensen kon