Ik had net mijn espresso op toen ze tegenover me kwam zitten. Haar Chanel pakje verraadde dat dit niet zomaar een dame was. Een goed gevuld glas met een of andere cocktail werd door haar rechterhand omgeven. Nog voor ze sprak nam ze een flinke teug om vervolgens mij indringend doch vriendelijk aan te kijken. Blijkbaar had ze zojuist of de krant gelezen of er was iets in haar privé situatie wat ik onmogelijk kon weten.
‘Vindt u dat het kan?’
Niet begrijpend wat ze bedoelde haalde ik mijn schouders op. Omdat ik ook niet op een diepgaand gesprek zat te wachten, draaide ik daarbij half mijn lichaam van haar af. Het mocht niet baten.
‘U heeft toch altijd een mening. Ik zou zo graag van u willen weten of het kan? Voor mij hoeft het niet. Sterker nog, ik vind het afschuwelijk en stom bovendien.’
Het glas ging wederom naar haar mond en werd in drie slokken geledigd. Nog voor ik kon antwoorden ging haar arm de lucht in voor de volgende ronde. Nog steeds geen idee waar ze het over had haalde ik voor de tweede keer mijn schouders op.
‘Misschien kunt u wat specifieker zijn in uw vragen’ voegde ik aan de beweging toe.
‘Nou de terugkeer van de jezussandaal natuurlijk. Ze zijn weer in de mode en erger nog, je mag ze nu ook nog gelegitimeerd met witte sokken dragen.’
Ik keek haar vol ongeloof aan. Terwijl zij het volgende glas leegtankte speelden er allerlei spookbeelden door mijn hoofd. Ik zie opeens weer overal heren op leeftijd in wijde geruite korte broeken met daaronder de sandaal gevuld met sokken al of niet in het wit. Naast hen lopen van die mollige moeders die zonodig ook een korte broek aanmoeten. Zij doen het straatbeeld veranderen in een optocht van witte kuiten doorspekt met spataderen. Bewegende vethompen dansen boven blauwaderige kazen gevolgd door Jan sukkel met zijn handen op zijn rug alsof hij de elfsteden markt aan het berijden is. En dat allemaal op jezussandalen en witte sokken. De trauma’s van vroeger ontwikkelen een zeer onbehagelijk gevoel.
Net toen zij aan haar derde glas begon, wilde ik eigenlijk opstappen. De combinatie drank en Chanel deed echter het kwartje vallen. Deze week was het trending dat hoogopgeleide vrouwen “gevaarlijk veel” drinken. Dat wekte voldoende nieuwsgierigheid om nog even te blijven zitten.
‘Wat vindt u eigenlijk gevaarlijk veel?’
Verrast door deze vraag, stopte ze even met het leeggieten van haar glas. Uit haar blik kon ik afleiden dat dit iets te ver ging. Ze was dan wellicht hoogopgeleid maar haar brein liet haar met deze kleine puzzel toch even in de steek. Het was voor mij dan ook geen moeite de vraag voor haar te herhalen.
‘Ik bedoel, uw heeft vast een goede carrière, maar het valt me op dat u er weinig moeite mee heeft om lekker te tetteren.’
‘Oh, bedoelt u dat. Ik heb eerlijk gezegd geen idee. Maar ik bijt niet hoor.’
Alsof de mop van de dag verteld was barstte ze in lachen uit. Zij was de enige. In de woorden die ze daarna sprak bemerkte ik hier en daar een dubbele tongval.
‘Ooit er aan gedacht naar Zweden te gaan?’
Opnieuw kreeg ik die holle blik van een niet begrijpende vrouw.
‘Ze willen dat 40 % van het management uit vrouwen bestaat en anders is het afgelopen met ondernemen.’
Haar lege glas raakte de tafel op brute wijze. Ze stond op zonder een woord te zeggen en liep niet geheel in rechte lijn naar de bar waar mogelijk haar vriend stond.
Onder zijn spijkerbroek nam ik een paar sandalen waar met gele sokken. Ik weet niet wat gevaarlijker is, sandalen of coma zuipende hoogopgeleide vrouwen in je board van directors.
Geef een reactie