Bejaarden Parade

Een weekje Tenerife. Midden in de winter even een weekje zon tanken om zo het laatste deel van de winter met verse vitamine D te kunnen weerstaan. Het leek ons een prima plan. Maar dan wel buiten de school vakanties om. Je volledig overgeven aan een priemende zon met een jengelend kind om je heen dat niet van jou is, heet geen relaxen. Aan het einde van de herfst had mijn lief na drie dagen intensief googelen, een prachtig resort gevonden aan de westkant van het eiland. De impressie beloofde veel en de onderschriften nog veel meer. Met wat puzzelen, waar ze dol op is als het om vakanties gaat, bleek dat apart boeken het meeste voordeel opleverde en zo geschiede het.

Nattigheid, grauw, lage temperaturen. Typisch een dag met alle verkeerde weerelementen waarbij het niet moeilijk is om je in een zonnig verblijf voor te stellen. Het is de dag van ons vertrek. Na wat tax free neuzen, shoppen doen we al lang niet meer nu alles op de luchthaven juist duurder blijkt, komen we bij de geplande gate. Angstvallig kijk ik om me heen. Even denk ik dat ik verkeerd ben gelopen. Om tegenwoordig bij de gates te komen ben je namelijk verplicht om door het ‘tax free’ domein te zigzaggen.  Ook al wil je het niet, je wordt verleid om toch zoveel mogelijk aan je koopdrang toe te geven.
De aanbiedingen schreeuwen je tegemoet waarbij je op een gegeven moment door de bomen het bos niet meer ziet. Gevolg: je raakt van het hoofdpad af waarmee de eerste list om de onschuldige reiziger te verleiden tot iets onbenulligs in werking is getreden.
Je verdwaalt en al snel sta je in een bak van 50% tot 70% korting te graaien van overbodige rommel. Een handige truc van de commercie, maar minder geslaagd voor de zwakke reiziger. Ik heb dan ook het idee dat met de invoering van dit soort sluizen, de reiziger steeds later arriveert bij de gate. Ik irriteer me namelijk aan al die mensen die zich maar laten oproepen omdat ze nu eenmaal in een roes leven dat het vliegtuig wel op hun wacht. Ze zijn per slot van rekening ingecheckt, dus? Ik constateer een toename die ik toeschrijf aan de verdwaalde tax free shopper.

Nogmaals kijken we om ons heen. Mijn vriendin heeft zonder dat ze het uitspreekt dezelfde gedachte. De stilte wordt doorbroken als ik haar vraag of we een senioren reis hebben geboekt. Omdat ze mij direct begrijpt proest ze het uit. De gemiddelde leeftijd op onze  vlucht ligt ver boven de gepensioneerde leeftijd. Naast twee rollators tel ik ook nog een scootmobiel. We kijken elkaar nog eens aan. Haar blik stuurt mij naar een man in een hoekje waarbij zijn hele lichaam schud. Als in een automatisme veegt zijn vrouw het overtollige slijm uit zijn mondhoeken.
‘Ik weet niet of we veel vrienden zullen maken deze trip.’
Ze haalt haar schouders op. Een betere reactie kan ik me niet indenken op dat moment.

dikke manHalf ingedommeld wordt mijn stoel plots met kracht naar achter gerukt. Ik kijk om en zie een man met een enorm overgewicht hangen boven anderhalve stoel.
Het gekreun wat volgde toonde zijn onvermogen om soepel te gaan staan waardoor mijn stoel als een soort hefboom wordt gepromoveerd. Schattend kom ik al snel tot zo’n 245 kilo dat aan mijn rugleuning hangt. Eenmaal wakker volg ik de moeizame gang van de man, die zonder de hulp van zijn vrouw het toch al kleine toilet van een  737 niet zelf had kunnen bereiken. Het gordijn ging dicht. Mijn fantasie speelde met tal van gedachten wat zich nu zou afspelen op die paar vierkante meter op 10.000 meter hoogte. Ik verzeker u, de mile-high club kwam daar niet in voor. Na vijf minuten en een enorm rochelend geluid, wordt mijn stoel opnieuw op de proef gesteld. De landing was zacht. Gedurende de reis heeft hij nog zeven keer ‘gehangen’.

Tenerife is ongeveer vier uur vliegen. Niet lang maar ook niet echt kort.
Bij het aanschouwen van de rij die zich al snel voor het toilet vormt, heb ik toch de indruk dat we op een long distance vlucht zitten. Een jolige sms van een goede vriend schiet me te binnen. Hij nodigde mij en een ander heerschap uit voor het bijwonen van een concert. Zijn vrouw moest verstek laten gaan voor een extra ingelaste koor repetitie.
Een groep cubanen van midden tachtig, bracht nog eenmaal hun liedjes ten gehore voordat ze echt zouden stoppen. Niet iets wat mij trok maar het andere heerschap was sneller met zijn reactie.
“Ha ha beste vriend, je weet toch dat mijn blaas te klein is geworden en de pauzes te kort”. Diplomatiek antwoord en geestig bovendien om vooral maar niet mee te hoeven.
Voor mijn eigen ogen speelde deze woorden zich letterlijk af. De flexibiliteit van de geriatrische blaas is gereduceerd tot bijna nul. De vele korte plasjes vormen dan ook een heuse bejaarden parade waarbij ik niet zal ontkennen dat er ongetwijfeld ook een gezwollen prostaat tussen zal zitten.

De zon schijnt volop. De Teide hult zich in sneeuw. Op een klein stukje grond zijn de temperatuur verschillen enorm. Kou, vorst en vallende sneeuw op geen 15 kilometer van een resort waar iedereen ligt te bakken bij een temperatuur van 23 graden.
Het is weelderig. Het resort is bijna net zo groot als het plaatsje waar het naast ligt. Voorzien van alle gemakken geeft het uitzicht op een strak blauwe oceaan aan de ene kant en een blinkende vulkaan puist aan de andere zijde  Diverse restaurants, tal van ontspanningsmogelijkheden, kapper, bars,  een dorp gelijk die ruimte biedt aan 609 kamers. ouwe vellenBij het zwembad voor volwassenen kijk ik om me heen en zie verschrompelde oude vellen die zich te goed doen aan deze heerlijke omstandigheden.
En geef ze eens ongelijk. Zij hebben deze maatschappij gebracht tot wat het is en verdienen dit net zo als ik ervan geniet. Dat het oudjes zijn neem ik graag op de koop toe. Blèren of krijsen doen ze niet.
Een bejaarde die jengelt om een ijsje heb ik nog niet gezien. En dat ik moet wachten op een scootmobiel die zich net heeft klem gereden tussen de deuren van een restaurant.  Ach, ik heb geen haast. Ik geniet.
De rust wordt slechts verstoord door een verdwaalde hand van een patiënt met Parkinson.
Hij raakt per ongeluk de toeter.

Wegzetsels

Mit, nach, bei, seit, von…. Natuurlijk herkennen we dit. Velen van ons kunnen het nog opdreunen omdat het gebrand staat in ons geheugen. Voorzetsels die een derde naamval krijgen. Ik vergeet het nooit meer.
präpositionen_akk_dat

Mijn leraar Duits van de middelbare school had er zijn levenswerk van gemaakt om leerlingen vanaf de brugklas te terroriseren met dit soort rijtjes totdat zij de school verlieten. Elke dag na je les Duits ging je schooltas dicht, vol met dit soort onbenullige rijtjes (dacht je toen), om in de avond je tijd door te brengen om ze in je kop te rammen. Je wilde wel. Althans wij.

De heer Kuijt was geen lieverdje, zo leek het. Wij hadden het geluk dat Duits werd gegeven in het laatste uur van de dag. Ik weet niet of de heer Kuijt in loterijen speelde, maar in het willekeurig uitzoeken van zijn slachtoffers had hij altijd geluk. Hoe je ook je best deed om de stof van gister voor te dragen voor je klasgenoten, falen deed je in zijn ogen altijd. Gedreven door angst stotterde je of het kwam er simpelweg niet snel genoeg uit volgens de meester.

Het resultaat was dan ook dat we structureel met vijf mensen moesten nablijven om nog een extra half uurtje klassikaal de rijtjes op te dreunen. In die deetig minuten buitenschoolse opvang ontpopte de heer Kuijt zich tot een ware O. den Beste (Otto). Koot en Bie fans weten nu wie en wat ik bedoel. Ging het niet naar het zin dan kwam ‘Otto’ langzaam maar zeker, schuimbekkend in zijn spel van totale overheersing versus onderdrukking. Tirades doorspekt met citaten van grote schrijvers waren daarbij geen uitzondering. Toen ‘Otto’ voor het eerst door de Bie werd vormgegeven, was ik er heilig van overtuigd dat de heer Kuijt voorbeeld had gestaan voor deze karikatuur. Pas later en na veel onderzoek moest ik toch gaan geloven dat het op toeval berustte.

Waar is meester Kuijt gebleven? Ik zou het graag willen weten. Er zijn namelijk een paar dingen die ik graag met hem wil bespreken. Ik moet echter vrezen dat hij inmiddels bijles geeft aan overleden bejaarden in het enige hardrock cafe waar nog geen T-shirt van bestaat. En ik weet zeker, dat doet hij met dezelfde bevlogenheid als toen bij ons.

Maar hoe zou meester Kuijt zich nu in zijn graf omdraaien als hij de koppen van het AD leest dat de naamvallen met hun voorzetsels langzaam uit de Duitse taal aan het verdwijnen zijn. Op sociale media gebruikt de jeugd ze allang niet meer. Een vriend van mij schreef tijdens een voetbal wedstrijd “Er hat Tor geschossen” ofwel hij heeft doelpunt gescoord. Dat kan ik nog wel volgen maar als men gaat twitteren ”Ich bin Büro” of ik ben kantoor, dan haak ik toch echt even af. Niet dat ik het niet begrijp maar jezelf letterlijk een kantoor noemen is mij een afkorting te ver. Ik zie al dat ik naar mijn liefste het volgende schrijf: Ik ben station. U begrijpt, ze zal me voor mesjogge uitmaken. Maar gevat als ze is zal ze hoogst waarschijnlijk reageren met: Kdeng…kdeng.

Voorzetsels hebben een doel. Met of zonder naamval. Dus laten we dat vooral zo houden al was het maar om misverstanden te voorkomen. Voorbeeld. ‘Ik lig Marlyne’ geeft aan dat er een relatie tussen Marlyne en mij bestaat maar of ik nou op, in, onder of tegen Marlyne lig, vertelt het niet meer. Toch een niet onbelangrijk deel van de zin lijkt me. Of deze laatste verduidelijking in de ogen van de heer Kuijt ook nodig was geweest, wens ik te betwijfelen.

15
Ten tweede zou ik de meester Kuijt willen bedanken. Ondanks zijn dril methodieken heeft hij me zaken bijgebracht waar ik mijn leven lang plezier van heb. Dat waren gelukkig niet alleen de rijtjes. Hij leeft in mijn geheugen voort als strenge leermeester, maar eenmaal verdiend, ook rechtvaardig. Ik vergeet nooit die middag dat ik in staat was het rijtje ‘durch, für, ohne, um, bis, entlang’ in een keer eruit te gooien. Zijn ijskoude blik onder zijn grijze kuif veranderde in één van trots. Het ijs was gebroken. De voorzetsels en naamvallen waren nu mijn.